Bylund et al. (2022:1) schrijven over Urban living labs (ULL’s) als instrument voor experimenten in steden en wijzen op het belang ervan voor co-creatie door meerdere belanghebbenden met het oog op stedelijke transities en transformaties. Op basis van hun ervaringen met het model als broedplaats voor onderzoek en innovatie in alledaagse omgevingen merken de auteurs op dat “de praktijk, de innovatoren en het onderzoek zich steeds meer zorgen maken over het feit dat er weinig systematische integratie van praktische resultaten is”. Na nauwe interactie met proeftuinen via het Joint Programming Initiative (JPI) van de EU benadrukken de auteurs dat de uitvoering van innovatieve ideeën die via samenwerking ontstaan, gesitueerde kennis en begrip van de betrokken risico’s vereist. Hoewel de langetermijneffecten van proeftuinen op bepaalde plaatsen en stedelijke scenario’s nog niet goed worden begrepen, “bleek uit de dialogen met de belanghebbenden dat het louter lippendienst bewijzen aan de stedelijke proeftuinbenadering het potentieel ervan zou kunnen ondermijnen en het moeilijk zou kunnen maken om de aandacht vast te houden”, wat de noodzaak benadrukt van een veerkrachtig transversaal ecosysteem van belanghebbenden. In navolging van Felt et al. (2007) vertegenwoordigen ULL’s “een verschuiving in onderzoeks- en innovatiesystemen van een regime van de economie van technowetenschappelijke beloften naar een regime van collectieve experimenten”, waarbij meer nadruk wordt gelegd op de publieke waarde (Bylund, 2022:5).
Lees het hele artikel van lab lead Donagh Horgan op LinkedIn.